Het is nodig om nieuwe (eenjarige) planten en zaailingen eerst te laten afharden voordat je ze in de grond plant. Dan kunnen ze wennen aan de wisselende weersomstandigheden in jouw tuin.

• Begin 7 tot 10 dagen voor je verplantingsdatum.
• Zet je planten buiten op een beschutte plaats. Bijvoorbeeld onder een boom of onder een afdakje. Laat ze 3 à 4 uur buitenstaan en vermeerder die tijd dagelijks met 1 à 2 uur.
• Zet de planten ’s avonds weer binnen.
• Na 2 tot 3 dagen mag je de planten in de ochtendzon zetten, zet ze ’s middags weer in de schaduw.
• Na 7 dagen kunnen de planten een zonnige dag verdragen én een volledige nacht (tenzij het afkoelt tot onder de 10° C). Als het overdag warm wordt, zorg dan dat je extra water geeft.
• Vanaf 7 tot 10 dagen zijn je plantjes klaar om verplant te worden. Kies hiervoor een niet te warme dag uit en geef veel water!

Zet de planten die je gaat verpotten eerst een kwartier in een bak met water. De wortels zuigen zich vol en laten zich daarna gemakkelijker uit de oude pot halen.

In de nieuwe pot leg je een laagje potscherven met de bolle kant naar boven. Dit voorkomt dat de potgrond wegspoelt uit de pot. Bovenop de scherven komt een laag aarde en hier zet je de plant op. Zorg ervoor dat de bovenkant van de potkluit net iets onder de rand van de pot uitkomt. Vul de pot verder met aarde, druk deze lichtjes aan en geef de plant daarna flink wat water.

Tip: Geef planten in pot altijd veel water, ook als het regent. De plant fungeert vaak als een soort paraplu waardoor regenwater de potgrond niet bereikt.

Tip: Zet een nieuwe terracotta pot of bak eerst in een laag water. Het droge, poreuze aardewerk zuigt zich vol waardoor het later geen water aan de potgrond zal onttrekken.

• Meng tijdens het beplanten van bakken langwerkende biologische meststoffen door de grond, zodat je beplanting het hele seizoen vitaal blijft.
• Ook kun je TerraCottem door de grond mengen, dit is verkrijgbaar bij tuincentra. TerraCottem is een poeder dat water absorbeert en beschikbaar houdt voor de plantenwortels. Je hoeft dan niet zo vaak water te geven.
• Plant zomerbollen, zoals dahlia en anemoon, in potten zodat je deze in de nazomer uit kunt planten op lege plekken in jouw border.
• Zorg voor een luchtige humeuze grond, zodat je planten optimaal groeien en de bodem snel bedekt wordt met beplanting. Hierdoor krijgt onkruid geen kans.

In mei kun je ook aan de slag met de borders in jouw tuin. Een bestaande border maak je eerst onkruidvrij. Verwijder ook de planten die de winter niet hebben overleefd. Bemest de border goed, want na een lange koude winter zijn je planten nu klaar om een groeispurt te maken. Wat extra voeding zorgt ervoor dat ze kunnen uitgroeien tot mooie vitale planten.

Bij het aanleggen van een nieuwe border kun je kiezen voor planten die ieder jaar weer terugkomen. Wil je snel een kleurrijk resultaat? Plant dan ook een paar zomerbloeiende bollen. Begin een border door een stuk grond onkruidvrij te maken en de grond om te spitten. Zorg voor voldoende organische stof in de grond door eventueel veencompost toe te voegen. Verdeel te planten of bollen over het stuk grond, plant ze daarna in de grond en geef direct water. Breng eventueel een mulchlaag in de border aan zodat de grond vochtig blijft en onkruid minder kans krijgt.

Tot half mei kun je groenblijvende heesters en coniferen planten. Je koopt ze vaak in pot of met kluit in gaas. Haal het gaas los en spreid deze op de bodem uit voordat je de heester of conifeer plant. Dit voorkomt dat de kluit uit elkaar valt bij het plaatsen. Heesters die uitgebloeid zijn kun je nu snoeien waarbij je (afhankelijk van de soort) de oude takken zo diep mogelijk terug knipt.

Mei is ook een mooie tijd om groenblijvende klimplanten of leiheesters en hagen te planten. Verrijk de grond met voldoende compost en geef de eerste periode na het planten veel water. Eerder geplante hagen zoals de Taxus kun je nu voorzichtig bijknippen.

De maand mei kan heel zonnig zijn. Zorg ervoor dat jonge en pas ingeplante planten ruim voldoende water krijgen. Gebruik hiervoor het liefst regenwater dat je hebt opgevangen in een regenton of leidingwater dat op temperatuur is. Bij hitte is extra sproeien belangrijk. Doe dit het liefst ’s morgens of ’s avonds omdat de verdamping dan niet zo hoog is.

Tip: Geef liever één keer goed water (minimaal 20 liter per m²) dan vaak een beetje.

Wil je heerlijk ontspannen kunnen genieten van jouw tuin, ook als het al dagen warm is en je beplanting snakt naar water? Lees dan meer over de voordelen van automatische beregening.

Heb je hulp nodig bij deze tuinklussen of krijg je graag meer informatie? Neem dan contact met ons op.