Tuintip: (ver)planten rozen 

Rozen doen het over het algemeen erg goed in de zon en in de wind. Toch moet je rekening houden met de soort roos die je plant. Ouderwetse rode rozenrassen doen het namelijk minder goed in de volle zon. Doorbloeiende grootbloemige klimrozen daarentegen kunnen zonder problemen in de zon staan en hebben dit ook nodig.

De meeste rozen houden niet van schaduw. Mocht je een tuin hebben met veel schaduw, kies dan voor een botanische roos. Dit is de enige roos die het goed doet in de schaduw.

Tip: plant de roos niet op een plek waar al rozenstruiken hebben gestaan.

Rozen groeien goed in neutrale grond met een beetje leem. Voordat je gaat planten is het belangrijk om de grond goed los te werken met een spitriek of spade. Is de grond nog nooit eerder beplant, spit hem dan eerst om. Doe dit twee steken diep waarbij je er rekening mee houdt dat de bovengrond en de ondergrond op de oorspronkelijke plaats blijven liggen. Zo houd je de voedzame grond boven. Strooi tot slot genoeg compost of potgrond in het plantgat, dan is de grond plantklaar.

Wanneer je weet waar en in welke grond je de roos wilt planten, is het tijd om aan de slag te gaan. Het plantgat moet diep en groot genoeg zijn. De wortels moeten namelijk in hun natuurlijke stand kunnen staan en groeien. Let erop dat de rozenwortels niet mogen uitdrogen! Het beste is om ze meteen bij aankomst onder te dompelen in water of klei. Je hoeft de wortels in principe niet te snoeien. Snijd alleen gebroken of gekneusde wortels bij, zodat ze weer glad zijn.

Zet de plant in het plantgat en vul het gat overal met aarde. Zorg ervoor dat de aarde ook tussen de wortels komt. Is het gat goed gevuld, trap de grond dan voorzichtig aan, zodat er een ondiep kuiltje ontstaat. Dit kuiltje is belangrijk wanneer je de plant water geeft, het water zal dan meteen naar de wortels vloeien. Doe dit niet wanneer er vorst dreigt te komen, dan bevriezen de wortels!

Bij het planten moet de oculatieplaats (de veredelingsplek) ongeveer 3 cm onder het oppervlak komen. De veredelde roos groeit dan vanuit de grond. Zet je de occulatieplek dieper dan kan deze ‘verstikken’. Zet je hem hoger dan heb je meer kans op uitgroei van de onderstam.

Rozen hebben bemesting nodig om goed te groeien. Op licht zanderige gronden doen ze het goed met goed verteerde stalmest of gedroogde koemest. Wanneer je geen organische meststoffen kunt krijgen, gebruik dan speciale rozenmest.

In de zomer, ná de eerste bloei, krijgen de rozen graag een zomerbemesting. Hiervoor kan je verschillende soorten organische mest gebruiken, zoals Myco siertuin van Ecostyle.