Tuintip: vaste planten bemesten

Tuintip: vaste planten bemesten  

Zodra in het voorjaar jouw planten en bomen ontwaken uit de winterslaap, kun je jouw tuin gaan bemesten. In de maanden maart, april en mei groeien planten hard en kunnen zij wel wat extra voedingsstoffen gebruiken. Voor een goede voedingsbodem zijn twee dingen belangrijk: de juiste voedingsstoffen én een losse bodemstructuur waardoor plantenwortels deze voedingsstoffen makkelijk kunnen bereiken. Lees onze bemestingstips!

In een rijke, luchtige voedingsbodem groeien en bloeien jouw planten beter dan wanneer de bodem vast is. Een luchtige voedingsbodem bereik je door compost of humus toe te voegen. Compost ontstaat door de vertering van plantaardig materiaal en daardoor is compost de milieuvriendelijkste bemesting. Je hergebruikt plantenresten uit jouw tuin als voedingsstof voor je bomen en planten. Bovendien houdt compost het bodemleven in evenwicht met nuttige bacteriën en schimmels. Ook zorgt compost ervoor dat ziekteverwekkers minder kans krijgen zich te ontwikkelen.

 

Compost tip: Het is belangrijk om compost te gebruiken die is uitgerijpt. Anders onttrekt de compost zuurstof aan de grond wat ten koste gaat van je planten. Eigengemaakte compost is klaar voor gebruik als hij niet meer warm is. Dit bereik je door de compost regelmatig om te keren, zodat de zuurstof het rijpingsproces kan bevorderen.

Doe een bodemtest

De structuur van jouw bodem kun je testen door een kuil te graven. Als de grond kruimelig uiteenvalt, heeft jouw tuin een goede bodemstructuur. Is jouw grond echter vrij vast, dan helpt het om wat compost of humus door de bovenlaag te scheppen.

 

Het toedienen van deze organische materialen heeft veel voordelen:

  • het bevordert de biodoversiteit in de bodem;
  • voedingstoffen die met de meststof worden gegeven, worden makkelijker vastgehouden;
  • ook water wordt beter in de bodem vastgehouden waardoor je minder vaak hoeft te sproeien. Bijkomend voordeel is dat jouw planten de voedingstoffen beter kunnen opnemen.

Soorten meststoffen

Nadat je organisch materiaal hebt toegevoegd, is het tijd om je tuin te bemesten. In principe zijn er twee soorten meststoffen: organische mest en kunstmest.

 

Organische meststoffen zijn samengesteld uit natuurlijke grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong (veelal koemest en/of kippenmest). Planten nemen organische mest niet direct op, omdat deze grondstoffen eerst afgebroken moeten worden tot mineralen. Dat gebeurt in de bodem. Door dit proces wordt het bodemleven bevorderd en de structuur van de grond verbeterd. Uiteindelijk blijven er voedingsrijke mineralen over. Na dit afbraakproces halen planten geleidelijk de voedingsstoffen die ze nodig hebben uit de bodem.

 

Kunstmest is gemaakt van zouten; ze werken sneller, maar ook korter, plus ze maken de plant zwakker en ze tasten het bodemleven aan. Bij kunstmest gaat de opname van voedingsstoffen soms zelfs zó snel dat planten kunnen 'verbranden' als je te veel gebruikt. De planten krijgen dan gele bladeren en verwelken.

 

Onze voorkeur gaat uit naar organische mest, want dat is beter voor de planten én voor de bodem.

Stikstof, fosfor en kalium

In zowel kunstmest als organische mest zit NPK, wat staat voor stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Het zijn de belangrijkste voedingsstoffen voor planten. Stikstof (N) is nodig voor de bladgroei, fosfor (P) voor sterke wortels en groei, en kalium (K) bevordert de bloei en de vorming van vruchten. Per plant verschilt de mate van behoefte aan een bepaalde voedingstof.

Hoe herken je een tekort aan bepaalde voedingsstoffen?

  • Stikstof: een kleiner en lichter gekleurd blad duidt op een tekort aan stikstof.
  • Kalium: zijn de bladeren geel of bruingerand, dan is er waarschijnlijk een kaliumtekort.
  • Fosfaat: een tekort aan fosfaat zie je aan paarse verkleuringen van het blad en een slechte vruchtontwikkeling.

Wanneer en hoeveel mest?

Planten hebben meestal genoeg aan één keer bemesten, vlak voor of tijdens het groeiseizoen (maart/april). Rozen en eenjarige planten doen het beter als je ze nog een tweede keer mest geeft in juni. Ook het gazon kun je het beste twee keer per jaar bemesten.

Let op: Te veel mest verzwakt je planten

Gebruik nooit te veel mest, want dat verzwakt je planten juist. Bovendien spoelt de overtollige mest weg als het regent en dat vervuilt het grond- en oppervlaktewater. Kijk voor de juiste hoeveelheid gedroogde dierlijke mest op de verpakking. Compost kun je in een laagje van 1 cm uitstrooien over de border en het gazon. Zandgrond heeft meer bodemverbetering nodig in de vorm van organische stof (humus/compost) dan veen- of kleigrond.

Heeft u vragen over het beplanten van vaste planten? 

Neem contact op met:

Mark van Mierlo

Bekijk ook onderstaande pagina's: 

automatische beregening

Tuintip:

beregening

Planten in mei

Tuintip: planten in

mei

Planten scheuren

Tuintip: planten scheuren