Tuintip: nestkasten plaatsen 

De locatie waar je de nestkast ophangt is heel belangrijk. Zo mag het in de kast bijvoorbeeld niet naar binnen regenen, maar mag de kast ook niet in de volle zon hangen. Ook moet hij op een hoogte van minimaal 2 meter hangen, zodat roofdieren er niet bij kunnen. Hier zie je alle ophangtips op een rij:

• Hang de nestkast op een rustige plek in jouw tuin, dus niet direct naast het terras.
• Plaats de invliegopening op het noordoosten, want dan hangt de vogelkast op een beschutte plek uit de wind en uit de volle zon.
• Creëer een veilige aanvliegroute door ervoor te zorgen dat er geen takken direct voor de opening hangen.
• Hang de nestkast stevig op, zodat hij niet kan gaan slingeren of vallen.
• Houd een hoogte van minimaal twee, maar liever nog drie meter aan, zodat katten er niet bij kunnen.
• De meeste vogelkasten kun je tussen de drie en tien meter uit elkaar hangen.
• Koloniebroeders, zoals huismussen, spreeuwen en zwaluwen, wonen echter wel graag in groepen. Deze vogelkastjes kun je naast elkaar hangen, ongeveer 1,5 meter uit elkaar.
• Het is ook fijn als er een groenblijvende struik in de buurt van de vogelkastjes staat. Hierin kunnen vogels (met name huismussen) zich verstoppen en met elkaar kletsen.
• Maak de kast elk jaar schoon in september of oktober. Veeg de kast uit met een handveger en spoel eventueel na met kokend water zónder zeep.

Als je naast een nestkast ook zorgt voor een vogelvriendelijke tuin met hoogteverschillen in de begroeiing en de juiste beplanting, dan voelen vogels zich helemaal thuis in jouw tuin.

• Plaats geen schutting maar een haag ter afscheiding van jouw tuin.
• Plant klimplanten langs de muren van jouw huis en schuurtje.
• Plaats een takkenril achterin jouw tuin, waar vogels in weg kunnen kruipen.
• Maak een besrijk vogelhoekje met bomen, struiken en planten van verschillende hoogtes.
• Breng een stukje gazon aan in jouw tuin. De merel en bijvoorbeeld de zanglijster trekken daar graag wormen uit de grond.
• Heb je een vijver? Creëer dan bij voorkeur aan de noordzijde een ondiep gedeelte waar vogels kunnen drinken.
• Heb je geen vijver, zorg dan voor voldoende beschikbaar drinkwater in jouw tuin.
• Plaats voederbakjes en nestkasten op plaatsen waar een kat niet bij kan.

Tot slot willen we jou ook graag wijzen op het plaatsen van vleermuiskasten. Deze beschermde diersoorten komen veel voor in tuinen. In de winter en het vroege voorjaar kun je heel goed een vleermuizenkast ophangen voor de zomerperiode. In de winter zoeken ze vaak wat warmere plekken op die vorstvrij zijn.

De vleermuiskast kan zowel aan een boom als aan een gevel worden gehangen. Kies bij voorkeur een zonnige plek op minimaal drie meter hoogte. Plaats de vleermuiskast niet onder of in kunstlicht. Vermijd ook directe regeninslag. Het heeft ook de voorkeur om meerdere kasten bij elkaar te hangen.

Maak de vleermuiskast één keer per jaar in de winter schoon, bij voorkeur tijdens een vorstperiode. Controleer altijd eerst of de kast leeg is. Verwijder met een borstel alle spinnenwebben en andere vervuiling. Check ook jaarlijks of de vleermuiskast nog volledig in orde is en of hij nog stevig hangt.

Neem dan vrijblijvend contact op met Koen zodat hij jou een passend voorstel kan doen. Een van de mogelijkheden is een quickscan waarbij hij jouw tuin bezoekt en een advies uitwerkt welke kasten het meest geschikt zijn voor jouw tuin.