Tips voor een diervriendelijke tuin

Tips voor een  
diervriendelijke tuin 

Vogels, insecten, egels, bijen en vlinders: ze leven overal in Nederland. Toch zijn er vaak nog maar weinig plekken waar ze goed kunnen overleven. Jouw tuin kan hier verandering in brengen. Met een paar kleine aanpassingen maak jij jouw tuin een stuk diervriendelijker. Jonkers zet alle tips voor een diervriendelijke tuin op een rij!

Er zijn talloze tips om jouw tuin diervriendelijker te maken. Sommige tips zijn handig bij het aanleggen van een tuin, andere zijn goed toepasbaar in een bestaande tuin. Kortom elke tuin is geschikt om diervriendelijk te maken. En alle beetjes helpen!

  • Knip uitgebloeide bloemen niet meteen uit de plant, maar laat de plant zaad produceren. Hier leggen vogels een zaadvoorraad mee aan voor de wintermaanden. De zaadhoofdjes van veel planten geven bovendien een mooi winterbeeld in jouw tuin.
  • Kies voor planten die insecten en andere dieren aantrekken. Vogels houden in de winter van besdragende planten, zoals Cotoneaster, hulst, Pyracantha en Skimmia. Ook gewild zijn de vruchten of zaden van sierappelboompjes, kamperfoelie, zonnebloemen, meidoorn en lijsterbes. Voor vlinders kun je het beste kiezen voor de Buddleja Davidii, ook wel de vlinderstruik genoemd. Wil je naast vogels en vlinders ook bijen in jouw tuin aantrekken, kies dan voor citroenmelisse. Deze plant produceert veel nectar, waardoor bijen hier graag op af komen. Ook sedum is heel diervriendelijk. Hier komen niet alleen honingbijen en hommels op af, maar ook lieveheersbeestje en spinnen houden van deze plant.
  • Probeer de beplanting in jouw tuin zo samen te stellen dat er van april tot en met oktober iets bloeit. Hierdoor hebben insecten bijna het hele jaar door plezier van jouw tuin.
  • Laat in een paar hoekjes in jouw tuin de dorre bladeren en takjes liggen zodat deze kunnen dienen als schuilplek voor insecten en kleine dieren zoals egels. Dit geldt ook voor snoeiafval en boomstammetjes. Een andere manier om schuilplekken te creëren is door gebruik te maken van bodembedekkende planten.
  • Zorg voor aanvulling van voedsel in de winter. Hang bijvoorbeeld vetbollen op voor vogels. Doe dit op een plek waar katten geen kans krijgen de vogels aan te vallen.
  • Creëer in jouw tuin ook nestgelegenheid voor vogels en eventueel vleermuizen. Nestkastjes zijn speciaal geschikt voor vogels die in de natuur in holle bomen broeden. In veel tuinen is wel voer te vinden maar weinig plek om te nestelen.
  • Hang insectenhotels op. Niet alleen ziet dit er leuk uit, je creëert zo leefruimte voor verschillende insecten.
  • Zorg voor water. Een eenvoudige bak waar water in staat, kan al kikkers naar je tuin lokken die zich dan tegoed doen aan slakken en insecten in jouw tuin. Libellen zullen er eitjes in afzetten en vogels zullen er komen om te drinken en zich te wassen. Als je ruimte hebt voor een vijver, plaats deze dan op een zonnige plek en zorg dat de kanten langzaam aflopen naar dieper water. Op die manier kunnen vogels er drinken en baden, en egels kunnen zich redden als ze per ongeluk in de vijver vallen op een steiler stukje. Wanneer je geen plek hebt voor een vijver, kun je kiezen voor een wadi. Ook hier komen dieren graag op af. Bovendien ben je dan goed bezig met het waterklaar maken van je tuin en met het stimuleren van de biodiversiteit!
  • Gebruik geen chemische onkruidbestrijding. Hiermee dood je niet alleen de insecten die er op dat moment leven, maar ook zullen andere insecten wegblijven. Dit geldt natuurlijk ook voor gif. Wanneer je last hebt van ongedierte en dit met gif wilt bestrijden, zul je tegelijkertijd ook andere dieren in gevaar brengen die van dit gif eten. Bovendien wordt ongedierte opgegeten door de dieren die je wél in jouw tuin wilt hebben.

Bekijk ook eens onderstaande pagina's 

najaarsbeurt

De najaarsbeurt

vogeltaart

Maak een vogeltaart

bloembollen planten

Tuintip: bloembollen planten