Het is per insect verschillend waarom ze graag in een insectenhotel wonen. Zo gebruiken vlinders het hotel alleen voor een schuilplaats tijdens regen of als overwinteringsplaats. En is het voor de vele andere insecten vooral een voortplantingsplek. Je trekt de insecten aan door ze te lokken. Niet alleen moet je zorgen voor de juiste materialen in je hotel, ook je tuin kan ervoor zorgen dat ze sneller naar jouw hotel komen. Metselbijen zijn wilde bijen en voeden zich met stuifmeel en nectar van bloemen. Ze komen graag af op planten die vroeg in het jaar bloeien, zoals aardbeien en appelbomen. Lieveheersbeestje zijn actieve beestjes en komen op bladluizen en schimmels af. Hier leven ze van. Ook de gaasvlieg houdt van bladluizen, maar deze leeft voornamelijk ’s nachts en houdt ook van pollen en nectar. Wil je vooral veel hommels, bijen en vlinders aantrekken? Plaats dan veel bloeiende bloemen om je hotel heen.

Denk voordat je het insectenhotel plaatst, goed na over de plek. Het beste is een zonnig plekje, met de ingang op het zuiden en goed beschermd tegen de regen en wind. Houdt rekening met de volgende punten:

• Bijen leven het liefst een meter boven de grond en warmen op in de zon. Zorg er dus voor dat de kamer van de bijen een paar uur per dag (het liefst in de ochtend) in de zon staat.
• Het hotel moet in de winter op dezelfde plek blijven staan. Wanneer je het verplaatst, komen de insecten te snel uit en overleven ze dit niet.

• Zorg ervoor dat het hout van het insectenhotel niet behandeld is met verf of olie. Dit zijn stoffen die in de natuur niet voorkomen en de insecten dus zal afschrikken. Gebruik liever, zonnebloemolie, olijfolie of bijenwas.
• Zorg dat je weet wat er in een kamer moet liggen om een insect te lokken. Bijen, hommels en wespen leven graag in buisjes of holle stengels. Vlinders voelen zich thuis met takjes en dorre blaadjes en oorwurmen maak je blij met een hoopje stro.
• Een insectenhotel hoeft niet gereinigd te worden.

• Verzamel dennenappels, stro en kleine houtsnippers.
• Zorg voor buisjes en holle stengels van bijvoorbeeld zonnebloemen, bamboe, aardpeer en zelfs frambozentakken.
• Maak een vierkant raamwerk van hout met een harde achtergrond. Deze verdeel je in aparte vakjes, die de verschillende kamers worden.
• Wissel af met een baksteen. Hier zitten ook gaten in, waar insecten zich in zullen nestelen.
• Zorg voor tenminste een vakje met een deurtje met horizontale spleten voor de vlinder. Hierdoor kunnen zij er gemakkelijk in en uit.
• Ook grote takken en kleine boomstammen kunnen geschikt zijn. Boor er gaatjes in en de insecten komen eropaf.
• Vul ieder vakje met een ander materiaal. De holle stengels en buisjes stapel je netjes naast en op elkaar. En de rest mag je helemaal naar wens inrichten.